Inmiddels zal het de meeste lezers wel duidelijk zijn dat het mijn doel is om mensen te inspireren op avontuur te gaan in eigen land. Verre reizen worden al gauw interessant en fascinerend gevonden, maar niet iedereen kan die betalen of er de benodigde tijd voor vrijmaken. Bovendien valt er in ons eigen land ook genoeg moois te ontdekken. We kunnen hier misschien geen cerveza drinken aan de Spaanse Costa del Sol, maar wel genieten van een Texelse Skuumkoppe aan de zonnige Nederlandse waddenkust! Hoog tijd dus om verslag uit te brengen van de twintig Nationale Parken die Nederland rijk is. In deze blog lees je alles over Nationaal Park Texelse Duinen.
Texelse Duinen
Het Nationale Park bestaat uit het hele duingebied aan de westkant van het eiland, van het zuiden tot het noorden. Het is een erg afwisselend landschap: je vindt er naast natte duinvalleien tussen droge duinen ook bossen, heidevelden, kwelders en natuurlijk een uitgestrekte strandvlakte. Het strand is ruim dertig kilometer lang en het is de enige plek in Nederland waar de zee ongehinderd door een gat in de duinen het land in kan stromen. Dat is maar goed ook, want als er nog meer gaten in onze zeewering zouden zitten krijgen we bij de eerstvolgende storm in het halve land natte voeten. Bovendien wordt mijn Zeeuwse oma dan ontzettend zenuwachtig, aangezien zij in 1953 tijdens de watersnoodramp van dichtbij heeft meegemaakt hoe verwoestend water kan zijn.
De Slufter
Door de open verbinding met de Noordzee loopt duinvallei De Slufter regelmatig onder water. Meestal staat er bij vloed alleen water in de kreken en de plassen, maar bij extreem hoogwater kan het grootste gedeelte van de Slufter blank staan. Goede reden om juist naar Texel te gaan als het een keertje keihard stormt! Er groeien alleen maar planten die dat zoute water kunnen overleven, zoals lamsoor en zeeaster. Als die in de zomermaanden in bloei staan kleuren ze het gebied roze, lila en paars. Ik ben dol op vrolijke kleurtjes, dus dat wilde ik wel eens met eigen ogen bekijken.
Kamperen in een duinpannetje
Wij waren er in augustus, precies toen de kwelders paars kleurden. Om het buitenleven optimaal te ervaren hadden mijn vriend en ik middenin het Nationaal Park bij Texelcamping Kogerstrand een perfecte plaats voor ons tentje gereserveerd. Vanaf ons eigen duinpannetje liepen we binnen vijf minuten het strand op om de zon in de zee te zien zakken. Ahhh, zo romantisch! Minder romantisch detail: dat we ongecompliceerd biertjes gingen tappen bij de strandtent (de befaamde Texelse Skuumkoppe) inclusief wedstrijdje wie de hardste boer kon laten (I know, ik ben niet de meest vrouwelijke persoon op aarde). Bij de meeste strandtenten serveren ze ook hele lekkere Juttertjes: een kruidenbittertje met een alcoholpercentage van dertig procent. Als je er daar maar genoeg van blijft drinken weet je zeker dat de romantiek nét zo snel verdwijnt als de ondergaande zon (kotsende dronken mensen worden over het algemeen niet erg aantrekkelijk gevonden, maar smaken verschillen natuurlijk en we leven in een vrij land, dus mocht dit je fetisj zijn: go for it).
Jaarlijkse meteorenregen
Nou is bier en kruidenbitter drinken bij de strandtent hartstikke gezellig maar dat kan ik thuis ook wel (ik bevind me namelijk in de bevoorrechte positie om pal aan het strand van Noordwijk aan Zee te wonen, je zou je afvragen waarom ik überhaupt nog op reis ga in eigen land). Eén van de redenen voor mij om nou juist naar Texel te gaan (behalve dus die slufter en dat paarse bloeiende lamsoor) is dat het daar ontzettend donker is. Doordat er weinig lichtvervuiling is kan je de sterren aan de hemel extra goed waarnemen, veel beter dan in drukbevolkte gebieden zoals in mijn hometown Noordwijk. Iedere zichzelf respecterende ‘science geek’ weet dat elk jaar in augustus de aarde door de Perseïden meteorenzwerm trekt: een wolk van stofdeeltjes die is achtergelaten door een komeet. Veel stofdeeltjes komen dan in botsing met de dampkring van de aarde waardoor ze verbranden en een lichtstreep aan de hemel veroorzaken: een vallende ster of meteoor. Nerd alert! Let’s make a wish!
Sterren loeren als een rups
Als klein meisje was ik al gefascineerd door de aarde, de maan, de sterren, andere planeten en het hele universum, dus die meteorenzwerm écht goed spotten stond bovenaan mijn bucketlist! Meteen na de zonsondergang liepen we van de strandtent terug naar ons duinpannetje. Opgerold als een rups in een slaapzak hebben we het ideale moment afgewacht: de zon was al ondergegaan en de maan was nog niet opgekomen om de boel te verlichten. Hierdoor hebben we in een uur tijd wel achttien vallende sterren gezien. Nog nooit eerder heb ik zoveel brandende wensen in vervulling zien gaan. Wauuuw, wat magisch! Deze ervaring maakte de nekhernia helemaal goed die ik in de jaren ervoor had opgelopen wanneer ik weer eens middenin de nacht voor Jan Lul naar de hemel stond te turen in een gebied vol lichtvervuiling of bewolking.
Duistere parken
Overigens is Texel hard op weg om zichzelf te profileren als een Dark Sky Park. Dat is een gebied waar het donker is en waar de duisternis behouden blijft zodat mensen daarvan kunnen genieten. Er zijn op dit moment ruim veertig parken in de wereld, waaronder Death Valley en de Grand Canyon in de Verenigde Staten. Maar niet alleen wat je van ver haalt is lekker, ook Nederland telt momenteel twee Dark Sky parken: de Boschplaat op Terschelling en Lauwersmeer tussen Groningen en Friesland. Vorig jaar is er bovendien door veertig organisaties een intentieverklaring ondertekend om de Waddenzee als geheel en Texel in het bijzonder nóg donkerder te laten worden. May the force be with them!
Wanderlust
Nu is duisternis leuk en aardig als je sterren wilt spotten, maar om de afwisselende natuur in het Nationaal Park goed te kunnen zien is een beetje daglicht ook wel handig. Toen de zon de volgende ochtend weer opkwam zijn we met de auto naar het noordpuntje van het Waddeneiland gereden om daar het gigantisch brede strand naast de vuurtoren te ontdekken. Ansichtkaart materiaal, ik zweer het je. Vergeet die foto’s bij de toren van Pisa waarbij je doet alsof je die omduwt, de knalrode vuurtoren van Texel is minstens net zo fotogeniek. Op een heldere dag als deze kan je vanaf dat punt bovendien het naastgelegen eiland Vlieland goed zien. En als je dan toch op Texel bent, moet je natuurlijk ook even door De Slufter wandelen. Wij liepen eerst vijf kilometer langs de kreken en door de duinen richting het gat waar het blauwe zeewater in verbinding staat met het regenboogkleurige zoete water in de kwelder. Bovenop een duintop hadden we een prachtig uitzicht over het hele gebied. Als toetje zijn we heerlijk met onze voetjes door het water over het strand teruggelopen. Zie je nou wel, toch nog natte voeten gekregen door dat verrekte gat in de zeewering. Laat het mijn oma maar niet horen...
Benieuwd naar meer verhalen over de afwisselende Nederlandse natuur? Lees dan mijn volgende blog!